De ecologische systemen van Bronfenbrenner

 

Als kinderen of adolescenten opgroeien verandert er veel in hun interactie met de omgeving. Ze nemen aan meer activiteiten deel, leren meer volwassenen mensen kennen en verdiepen hun relaties met andere adolescenten. Het ligt voor de hand dat niet alleen interne of biologische factoren een invloed hebben op de ontwikkeling van een adolescent, maar dat ook externe factoren (de omgeving) de identiteitsontwikkeling bevorderen. De omgeving kan deze ontwikkeling op 2 manieren katalyseren (Van der Wal & De Wilde, 2017):

 

  • Activering: Hier wordt de adolescent actief door de omgeving geprikkeld initiatief te tonen. De adolescent moet dan nieuw gedrag vertonen wat leidt tot een verdere ontwikkeling of rijping van de hersenen. We kunnen hierbij denken aan situaties waar de adolescent gevraagd wordt een probleem met andere kinderen zelfstandig op te lossen, zelf naar school te fietsen in plaats van gebracht te worden of zonder familie op vakantie te gaan. Dit zijn allemaal nieuwe ervaringen waarbij initiatief moet worden genomen.

 

  • Bevestiging:Dit is een ander mechanisme waarbij de adolescent positieve reacties krijgt van de omgeving ten aanzien van het gedrag dat hij laat zien. Een voorbeeld kan zijn dat de adolescent zelfstandig gedrag laat zien waarbij activiteiten waar eerst hulp en ondersteuning nodig waren, alleen worden opgelost. Een positieve reactie of waardering van de omgeving sterkt de adolescent erin dit gedrag vaker te laten zien. Op die manier wordt de ontwikkeling gestimuleerd.

De mechanismen hierboven verklaren op wat voor manier de omgeving een rol kan spelen, maar verklaard wordt niet welke omgevingen we kunnen onderscheiden en hoe ze als systeem samen functioneren. Bronfenbrenner was een van de eerste ontwikkelingspsychologen die de omgeving zag als een reeks onderling verbonden systemen. Hij probeerde in zijn Ecology of human development(Bronfenbrenner, in Van der Wal & De Wilde, 2017) deze systemen als eerste te beschrijven.


Hieronder is een schematische weergave te zien van de ecologische systemen van Bronfenbrenner:

Figuur 1: ecologische systemen

 

We zien hier dat Bronfenbrenner 5 systemen onderscheidt. De systemen worden in de figuur weergegeven in relatie tot de afstand of nabijheid tot het kind. De definitie van de verschillende system is als volgt:

 

  • Microsysteem: de elementen uit dit systeem bestaan in de directe omgeving van het kind. Er bestaat een zeer duidelijke invloed op het kind en er vinden dagelijks interacties plaats. We kunnen hierbij denken aan andere familieleden, school, de sportclub en de buurt waar het kind in opgroeit. Simpelweg kan gesteld worden dat het microsysteem bestaat uit elementen die direct contact hebben met het kind.

 

  • Het Mesosysteembeschrijft de interacties of relaties tussen de elementen in het Microsysteem. Gedacht kan hier worden aan relaties van de ouders met andere ouders of leerkrachten.

 

  • De elementen die in het Exosysteembestaan, hebben een grote invloed op de ontwikkeling van een kind zonder dat een directe relatie hiermee bestaat. Gedacht kan hier worden aan de werkomgeving van de ouders.

 

  • Culture waarden, maatschappelijke normen en economische ontwikkelingen hebben ook een invloed op de ontwikkeling. Ze worden in het Macrosysteem Het kind kan er vaak zelf geen directe invloed op uitoefenen maar de gevolgen kunnen indringen tot elementen in het microsysteem die dan dichter bij het kind liggen. Ontwikkelingen zoals een grote economisch crisis of politieke instabiliteit kunnen voorbeelden zijn.

 

  • In het laatste systeem wordt de ontwikkeling van het kind geplaatst in de chronologische context: het tijdssysteem. Over de jaren waarin het kind opgroeit vinden belangrijke gebeurtenissen plaats die in de ontwikkeling doorwerken. Hierbij spelen de volgorde van gebeurtenissen, de tijd die voorbijgegaan is en de significantie van de gebeurtenis een rol. Gedacht kan worden aan de impact van een oorlog of de dood van een ouder in het verleden.

 

Bronfenbrenner heeft vele prijzen ontvangen voor zijn werk in ten aanzien van de ecologische systemen. Zijn theorieën vormen een belangrijk uitgangspunt van waaruit de invloeden die kunnen bestaan op de ontwikkeling van een kind in kaart gebracht kunnen worden. In dit adolescenten portret gebruiken we de theorie van Bronfenbrenner ook om bepaalde voorbeelden van adolescenten gedrag te kunnen plaatsen. Als docent op de langere termijn kunnen we dan gedrag van leerlingen beter begrijpen en het leerproces hierop aanpassen. Een goed begrip van de ecologische systemen van Bronfenbrenner past bij het basisgereedschap van een docent.

 

In dit adolescentenportret koppelen we de theorie van Bronfenbrenner aan een specifieke casus. We bespreken de theorie aan de hand van de casus Puberruil. De link kan hieronder gevonden worden.