Seksuele ontwikkeling en gender

 

Adolescenten maken veel ontwikkelingen door. De ontwikkeling van een kind naar een seksueel actieve volwassenen is een inspannend en ingrijpend proces. Als docent is het belangrijk oog te hebben voor de opvattingen en problemen die adolescenten rondom hun seksualiteit hebben. Als leraar kan je als mentor optreden en ook in deze dimensie van de adolescenten- ontwikkeling een positieve bijdrage leveren en problemen bespreekbaar maken.

 

Zeker vandaag de dag waar seksualiteit overal in de media te vinden is, kun je je afvragen of wel alle adolescenten een realistisch beeld hiervan hebben. Het is belangrijk te beseffen dat hun beeldvorming over seksualiteit niet alleen door biologie gestuurd wordt maar ook sterk omgeving gestuurd is (van der Wal & de Wilde, 2017). Adolescenten die bijvoorbeeld opgroeien in een religieus orthodoxe omgeving zullen andere opvattingen of normen ontwikkelen dan jongeren die vrijer opgroeien. Als docent moet je je bewust zijn van de invloed die de omgeving van een kind heeft en eventuele interventies of coaching daaraan aanpassen. Zaken bespreekbaar maken is een voorwaarde.

 

De huidige bespreekbaarheid van seksualiteitkunnen we niet als vanzelfsprekend beschouwen. Het is een lange ontwikkeling geweest. In de middeleeuwen gingen mensen zeer vrij met seks om. De komst van geslachtziekten zoals syfilis zorgde voor een verandering van het gedrag van mensen. Over tijd werden de mensen preutser. Het hoogtepunt van de preutsheid vinden we in het Victoriaanse tijdperk. Het ideaalbeeld bestond uit een zeer vroom bestaan en uitingen van seksualiteit en erotiek waren in het openbare leven taboe. In de 20eeeuw verdween de preutsheid langzaam door kunstenaars die meer met seksualiteit in hun werk experimenteerden en de ontwikkeling van idealistische ideeën over gelijkheid tussen de seksen en liefde. De jaren zestig tenslotte was een belangrijke periode waarbij taboes rond erotiek en seksualiteit verdwenen. Er ontstond een pro seksuele moraal waarbij seksualiteit wordt gezien als een voorwaarde voor het welzijn van mensen.

 

In de Nederlandse samenleving zien we in het algemeen drie opvatting over seksualiteit en relatievormen terug (van der Wal & de Wilde, 2017):

 

  • Het orgastische modelwaarbij intiem seksueel contact en het verkrijgen van orgasmes centraal staan. Afwisseling is belangrijker dan relationele diepgang. We kunnen hierbij denken aan one-night-stands.
  • Bij het relatiemodelis seks meer een bevestiging van de relatie. Goed contact, zich prettig voelen bij de partner en een goede uitwisseling van gevoelens spelen een grote rol.
  • Het Liefde en voortplantingsmodelbeschrijft een model waarbij seks een scheppende rol heeft om voor nageslacht te zorgen.

 

De realiteit laat zien dat ook veel gemengde vormen voorkomen van de drie modellen. De opvattingen van jongeren over seks lijken liberaler geworden te zijn: de groep die seks zonder iets voor elkaar te vinden goedkeurt wordt groter. Toch blijven veel adolescenten met vragen zitten. Ze hebben vragen over wat normaal is en wat niet. Vaak worden deze onduidelijkheden verder gevoed door de geseksualiseerde mediawaar aantrekkelijkheid en erotische uitdaging veel worden gebruikt om het gedrag van consumenten te beïnvloeden. De identiteitsvraag van adolescenten verandert van “Wie ben ik” naar “Wat ben ik”. Om in deze vragen als docent ondersteuning te bieden kunnen we kijken naar verschillende aspecten van de seksuele ontwikkeling.

 

De lichamelijke ontwikkelingen zijn de meest duidelijke veranderingen die we bij adolescenten kunnen waarnemen. We zien biologische groeiversnellingen die in de ledematen beginnen waardoor soms een slungelig lijf kan ontstaan. De romp groeit later bij. Jongens en meisjes hebben beide deze groeiversnellingen maar ze vinden op verschillende momenten in de tijd plaats. Veel andere verschillen tussen jongens en meisjes worden veroorzaakt door de hypofyse: bij het aanbreken van de adolescentie wordt bij meisjes meer oestrogeen en bij jongens meer testosteron aangemaakt. Dit kan verschillen in de gedragsontwikkeling verklaren omdat testosteron in verband gebracht wordt met agressief of dominant gedrag. Maar er verandert meer dan alleen de verhouding van oestrogeen en testosteron. Hieronder zien we een overzicht van een aantal opvallende veranderingen die de adolescent lichamelijk doormaakt.

 

Figuur 3: ontwikkeling van secundair geslachtskenmerken bij de adolescent (naar Biologie-net)

 

Deze duidelijke lichamelijke veranderingen hebben ook gevolgen voor de psyche van de adolescent. Bepaalde nieuwe gedragingen worden ontwikkeld zoals:

 

  • De adolescent heeft meer belangstelling voor zijn lichaamen hoe het zich ontwikkeld.
  • Ze zijn meer met hun uiterlijk bezigen willen aantrekkelijk gevonden worden.
  • Er wordt geëxperimenteerdmet het uiterlijk en vergeleken met andere adolescenten.
  • Soms leiden de verandering tot een identiteitscrisisen subjectieve indrukken vervormen hun lichaamsbeeld.

 

In welke mate deze gedragingen zich manifesteren hangt af van vele factoren. Adolescenten beginnen vaak op jonge leeftijd met seksuele relaties waarbij eerst een periode begint zonder veel verplichtingen. Er wordt vaker van partner gewisseld en adolescenten leren in deze periode ook veel over zichzelf. We zien echter dat de mate waarin ervaringen worden opgedaan ook sterk afhangt van het opleidingsniveau, de sekse, leeftijd en culturele of religieuze achtergrond. In alle gevallen echter kunnen we ervan uitgaan dat de seksuele ontwikkeling een spannend en diepgaand proces is voor alle adolescenten.

 

Docenten moeten begrijpen en waarderen wat voor een rol de seksuele ontwikkeling bij adolescenten speelt en eventueel bereid zijn als mentor op te treden. Naast de ontwikkeling van biologische geslachtskenmerken bestaat er ook een culturele invulling van het geslachtsverschil: de factor gender. Gender is een ordeningsprincipe dat op vele plaatsen in ons maatschappelijk leven terug te vinden is (2017, van der Wal & de Wilde). We moeten ons bewust zijn van processen en instituties die een bepaalde gendergeladenheid met zich meebrengen. Instituties zoals het leger worden meer geschikt voor mannen gezien en wellicht lijkt voor sommigen taalonderwijs meer een activiteit voor vrouwen. Gedurende de periode dat adolescenten hun genderidentiteit ontwikkelen doen ze dat in interactie met hun (gender-geladen) omgeving. Er bestaan drie theorieën over hoe dit proces plaatsvindt:

 

  • De sociale leertheorie: gedrag dat passend is voor de sekse wordt meer beloond dan andere gedragingen. Kinderen gaan zich gedragen om meer beloond te worden. Bijvoorbeeld gaan jongens meer mannelijk gedrag vertonen omdat dit van hun verwacht wordt.
  • Bij modellerenkijken kinderen naar het gedrag van mensen of figuren in hun directe omgeving die ze belangrijk vinden. Ze gaan gedrag imiteren.
  • In de cognitieve benaderingverwerft het kind kennis over zichzelf en zoekt daarbij passend gedrag. Het beseft bijvoorbeeld dat het een meisje of jongen is.

 

In het voorgaande hebben we de verschillende aspecten van de seksuele ontwikkeling van adolescenten besproken. Er zijn duidelijk geestelijke en lichamelijke veranderingen die plaatsvinden. Deze kunnen leiden tot andere gedragingen en zelfs tot een identiteitscrisis. In alle gevallen kunnen docenten vragen verwachten en hieronder hebben we een aantal tips verzameld om hier goed en constructief mee om te gaan (2017, van der Wal & de Wilde):

 

  • De docent moet een open en eerlijke houding
  • Als de vragen niet beantwoord kunnen worden is het een goed idee beroep te doen op voorlichters.
  • Open zijn als naar de eigen ervaringenvan de docent gevraagd wordt.
  • Het aanpassen van het taalgebruikaan de achtergrond en kennis van de leerling.
  • Ook complexe thema’s moeten bespreekbaar gemaakt
  • Als leerlingen moeilijk contact krijgenof niet goed kunnen flirten, kan de docent of mentor daar ook methodes ter beschikking voor stellen.
  • Integreer voorlichting over SOA’sin het onderwijs en zorg dat je als docent goed op de hoogte bent.
  • Seksueel grensoverschrijdend gedragof andere vormen van intimatie moeten aangesproken en voorkomen worden.
  • Probeer preventief te werkte gaan en problemen te voorkomen.

 

We kunnen nu kijken hoe de seksuele ontwikkelingen in de voorbeelden een rol hebben gespeeld en ook bekijken welk docentengedrag daarbij passend zou kunnen zijn.

 

In dit adolescentenportret koppelen we de theorie van seksuele ontwikkeling aan een specifieke casus. We bespreken de theorie nog een keer aan de hand van de casus Monique. De link kan hieronder gevonden worden.